Nieuws
Zelfstandigen in de kinderopvang zijn écht zelfstandig volgens wetsvoorstel Aartsen
mei 7, 2025

Het wetsvoorstel van VVD-Kamerlid Thierry Aartsen introduceert een heldere zelfstandigentoets en werkrelatietoets die rechtszekerheid bieden voor zelfstandigen én opdrachtgevers. Voor zzp’ers in de kinderopvang, ook zij die opdrachten aannemen via een platform, bevestigt dit voorstel dat hun manier van werken in veel gevallen voldoet aan het wettelijk kader van zelfstandig ondernemerschap.
Zelfstandigentoets – Kinderopvang-zzp’ers voldoen aan de kernvoorwaarden
De wet stelt basiscriteria waaraan een zelfstandig ondernemer moet voldoen. Zelfstandigen in de kinderopvang voldoen hier doorgaans aan:
- KvK-inschrijving en btw-nummer
Zelfstandige pedagogisch professionals zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en beschikken over een btw-identificatienummer. Dit is een minimale vereiste om opdrachten uit te voeren. - Extern ondernemerschap
Veel zzp’ers in de kinderopvang werken voor meerdere opdrachtgevers of locaties. Ze bepalen hun eigen tarief, onderhandelen over de voorwaarden en dragen zelf het risico van opdrachtuitval. Ook investeren ze in hun ontwikkeling of in bedrijfsmiddelen, zoals pedagogische tools of opleidingen. - Voorziening bij arbeidsongeschiktheid
Hoewel er geen verplichte verzekering is, kiezen veel zelfstandigen voor een voorziening tegen inkomensverlies. Dit kan een arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn, deelname aan een broodfonds of het aanhouden van eigen spaargeld. - Pensioenvoorziening
Ook voor pensioen treffen veel kinderopvang-zzp’ers vrijwillig een voorziening, zoals een individuele lijfrente, pensioenbeleggen of een spaarrekening. De invulling is vrij, zolang het een reële voorziening betreft.
Werkrelatietoets – Vrijheid en zelfstandigheid binnen kaders
De werkrelatietoets uit het wetsvoorstel beoordeelt of een werkrelatie zelfstandig kan worden uitgevoerd. In de kinderopvang zijn de volgende elementen doorgaans aanwezig:
- Vrije wil: De samenwerking wordt op vrijwillige basis aangegaan, zonder verplichtingen tot beschikbaarheid.
- Vrijheid in werktijd: Zelfstandigen kiezen welke dagen of diensten ze aannemen. Zij zijn niet gebonden aan een vast rooster.
- Vrijheid in uitvoering: Binnen de wettelijke kaders en kwaliteitsprotocollen bepalen zelfstandigen zélf hoe zij pedagogisch handelen daarvoor is men immers gekwalificeerd.
- Geen hiërarchische controle: Er is geen gezagsverhouding; afspraken gaan over samenwerking, niet over ondergeschiktheid, denk daarbij aan het ontbreken van rapportageverplichtingen of interen sanctionering.
Het naleven van algemene veiligheidseisen of pedagogische richtlijnen doet niets af aan deze zelfstandigheid – ook binnen een opdrachtovereenkomst kunnen kwaliteitskaders bestaan.
Sectoraal rechtsvermoeden – Kinderopvang geen risicosector
Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om sectoren aan te wijzen waar een vermoeden van schijnzelfstandigheid geldt. Kinderopvang valt daar, naar het zich laat aanzien, niet onder omdat de sector een hoge mate van regulering, kwaliteitsnormen en minimumtarieven kent. Daardoor is het risico op uitbuiting of misbruik nihil, zeker in vergelijking met sectoren zoals transport, schoonmaak of platformbezorging.
Conclusie
Het wetsvoorstel van Thierry Aartsen biedt zowel kinderopvangorganisaties als freelancers in de kinderopvang meer rechtszekerheid. Zij die bewust kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap – al dan niet via een platform – voldoen in de praktijk aan zowel de zelfstandigentoets als de werkrelatietoets. Dit voorstel onderstreept dat professionele zelfstandigheid en kwalitatieve kinderopvang prima samen kunnen gaan.